Worteltaart
Het was de eerste worteltaart die ik ooit proefde; en na vijfentwintig jaar is dit nog steeds m’n favoriete recept. Het komt uit “Het Delicatessenkookboek” van Julee Rosso en Sheila Lukins van “Silver Palate”, een delicatessenwinkel in New York.
Ik heb het boek gekocht zodra ik deze taart had geproefd, en als ik hem bak wordt ook altijd naar het recept gevraagd. De taart is smeuïg en de smaken zijn heerlijk; knapperige stukjes walnoot, geurige kaneel, vanille en kokos en frisse ananas en wortel. Dat alles met een icing van cream cheese met een vleugje citroen – het is een explosie van smaken!
Je gebruikt voor deze taart vrij veel ingrediënten; het is het makkelijkst deze eerst allemaal voor te bereiden en klaar te zetten; dan werk je het snelst.
Geniet er van!
RECEPT
Voor de taart:
450 g bloem
450 g suiker
1 theelepel zout
1 eetlepel bakpoeder
3 1/2 dl maïsolie
4 grote eieren, losgeklopt
1 eetlepel vanille-essence
225 g gehakte walnoten
100 g geraspte kokos
300 fijngeraspte worteltjes
175 g fijngehakte ananas, uitgelekt
Voor de icing:
3 pakjes Monchou
200 g poedersuiker
1 theelepel vanille-essence
sap van een halve citroen
Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed de bodem van een springvorm van 25 cm met bakpapier en vet de vorm licht in. Je kunt ook twee vormen van 22 centimeter gebruiken.
Het beslag wordt nogal stevig, afhankelijk van de kracht van je mixer kun je er voor kiezen om deeghaken in plaats van gardes te gebruiken.
Zeef de droge ingrediënten in een kom, voeg hier de olie, geklutste eieren en de vanille aan toe en klop goed dooreen. Vouw de walnoten, kokos, wortel en ananas door het beslag.
Giet het beslag van in de vorm en zet de taart 30-35 minuten in de oven (voor de kleinere vormen) of 50 minuten voor de grotere vorm. Prik even met een satéprikker om de gaarheid te testen, de taart is gaar als de prikker er droog uit komt.
Als de taart in de oven staat kun je de icing maken. Mix de Monchou, de poedersuiker, de vanille en het citroensap door elkaar. Check zelf even hoe zoet je de icing hebben wilt; het oorspronkelijke recept geeft 250 gram poedersuiker aan, maar ik vind 200 gram voldoende.
Laat de taart goed afkoelen op een rek. De grote taart kun je overdwars doorsnijden en een laag icing op de onderste laag smeren. (Ik zet hiervoor de taart naast een dikke snijplank en draai hem rond, dan kun je niet schuin snijden.) Als je twee taarten hebt gebakken snij je de bolle bovenkant van één van de twee taarten af en die gebruik je dan als de bodemlaag.
Smeer dan de rest van de icing over de bovenkant en decoreer die met hele of gehakte walnoten.